De vrijheid van vereniging is een grondrecht dat is vastgelegd in de Grondwet (artikel 8). Op grond daarvan mag iedereen bijeenkomen en zich organiseren, ook door het oprichten van een vereniging (met twee of meer mensen). Wat de vereniging doet en wat het doel is, mag je zelf bepalen. Voorbeelden van een vereniging zijn een politieke partij, sportvereniging of personeelsvereniging.
De wet stelt wel grenzen aan die vrijheid. Zo kan de rechter in sommige gevallen op verzoek van het Openbaar Ministerie een vereniging verbieden en ontbinden. Bijvoorbeeld wegens strafbare activiteiten of activiteiten in strijd met de openbare orde (normen in de maatschappij). Die moeten dan aantoonbaar binnen de vereniging plaatsvinden of georganiseerd zijn.