Kostgangersovereenkomst

Kostgeld overeenkomst

Met deze kostgangersovereenkomst spreken jullie een maandelijks bedrag af. Vul in wat de kostganger krijgt en of er prestaties in de huishouding tegenover staan. Denk bijv. aan ouders (kostgever) die kost en inwoning geven aan hun kind (kostganger) met als tegenprestatie dat er één keer per week wordt gekookt en de was wordt gedaan.

Je bewijst ook aan de buitenwereld dat er betaald wordt voor het wonen. Bij beslaglegging is het duidelijk dat de kostganger zijn eigen kamer en spullen heeft. Voor gemeentes is het belangrijk bij het betalen (of korten) van een bijstandsuitkering.

Wat moet je zelf invullen

Vul zelf de naam- en adresgegevens van de kostganger in. Spreek het bedrag en de ingangsdatum af. Pas ook het lijstje met inbegrepen kosten aan.

Samenvatting

Bevat bepalingen over:

• Hoogte kostgeld;
• Diensten die in kostgeld zijn opgenomen;
• Benoeming van eigen ruimte;
• Gebruik van andere ruimtes;
• Bijdrage in schoonmaak, boodschappen en dergelijke;
• Opzegtermijn.

Context

Je gebruikt dit document in de volgende situatie:
Volwassen kinderen die nog thuis wonen en een inkomen hebben, betalen vaak kostgeld. Ook kunnen ouders bij hun kind gaan wonen. Een berekening maak je op deze pagina van het Nibud. Met onze kostgeldovereenkomst leg je ook vast wat van de kostganger is, en daarmee ook wat niet van hem/haar is.

Wat is een kostgangersovereenkomst?

Een kostgeldovereenkomst stel je op om afspraken te maken over kost en inwoning. Je regelt een vergoeding voor eten, drinken, wonen en gebruik van de gemeenschappelijke zaken in huis. Kostgeld is een ouderwets woord. Het betekent vergoeding voor eten. Misschien ken je de uitdrukking wel: “dan is je kostje gekocht”.

Wanneer gebruik je een kostgeldovereenkomst?

Meestal stel je een kostgangersovereenkomst op met iemand die je goed kent. Dat kan een kind, familielid of vriend zijn. Kenmerkend is dat het lijkt op een soort kamerverhuur, maar dan met eten en andere verzorging erbij.

Belangrijk is dat je kunt aantonen dat die persoon een eigen ruimte heeft. Die is dus geen eigenaar van de inboedel in de andere ruimtes. Ook geef je zo aan dat ieder voor zijn eigen kosten verantwoordelijk is.